Wendbaarheid en lichtheid vormen sinds het ontstaan van het merk het hart van Alpine. Elk model voelt zich thuis op de ongelofelijke bergwegen waar de legendarische visie van Jean Rédélé vorm kreeg. De voortdurende evolutie van Alpine weerspiegelt de wereld die ons omgeeft en brengt hulde aan de passie voor innovatie van Jean Rédélé.
A106 | 1955
In 1955, het jaar waarin Alpine het levenslicht zag, stonden drie A106's in de kleuren blauw, wit en rood symbool voor ons allereerste productiemodel. De mechanica van de 4CV kreeg een flinke boost dankzij een nieuwe carrosserie in glasvezel en een exotische vijfversnellingsbak. Zo veroverde de A106 de wereld van de autosport. Hij werd op de voet gevolgd door een krachtigere editie, de A106 Mille Miglia.
A108 | 1958
Drie jaar later maakte de A108 zijn debuut als berlinette en glamoureuze cabriolet met een krachtigere motor. Dit was de eerste motor die door de geniale handen van Amédée Gordini is gemaakt. Zijn technisch talent voor mechaniek leverde hem al snel de bijnaam 'De tovenaar' op. Deze wagen was de schakel tussen de start van Alpine en meer emblematische merkmodellen, en opende de weg naar de productie van ons meest legendarische model.
A110 | 1962
Op de Autosalon van Parijs in 1962 klopte voor het eerst het ware hart van Alpine toen de schitterende nieuwe A110 berlinette werd onthuld. De grotere ramen en verbeterde onderdelen – een evolutie van de A108 – waren het bewijs dat Alpine de engineering steeds beter in de vingers kreeg. In de loop van zijn 14-jarige bestaan nam het vermogen van de wagen toe. De competitiemodellen wonnen talrijke prijzen op rallycircuits over de hele wereld.
INTERLAGOS
Ook internationaal groeide de interesse voorAlpine. De productie van de A108 werd toegestaan in Brazilië, waar Willys-Overland drie verschillende carrosserieën verkocht onder de naam Interlagos, een verwijzing naar het circuit van São Paulo. Tussen 1962 en 1966 werden in totaal 822 auto's geproduceerd, waarmee de artistieke schoonheid van het werk van Europese carrosseriebouwers een nieuwe markt veroverde.
DINALPIN
Deze internationale mentaliteit werd alleen maar versterkt toen er een licentie werd verleend om de Alpine A110 in Mexico te produceren, onder de naam Dinalpin. Er werden in totaal 693 auto's verkocht, met carrosserieën van een berlinette, coupé en cabriolet.
A310 | 1971
Alpine gooide het gamma in 1971 over een nieuwe boeg met de verbazingwekkende A310. Een motor identiek aan die van zijn grote broer, de A110, kreeg plaats onder een totaal andere carrosserie, ontworpen door de beroemde designer Marcel Béligond. De betrouwbare Renault-motor werd overtroffen door de expertise van Alpine in wendbaarheid en door een stijl die een mini-supercar waardig was. Door een nog meer fascinerende V6-versie kon de auto zijn volledige potentieel benutten, zowel op rallycircuits als op de openbare weg.
Alpine GTA | 1985
Alpine verbeterde de formule in 1984 met de lancering van de Alpine GTA, een langere, bredere en meer aerodynamische versie van de hoekige A310. De cockpit werd verbeterd en het productieproces in Dieppe werd gestroomlijnd om hem tot een echt moderne sportwagen te maken. Dankzij de lichtgewicht carrosserie had hij een voorsprong op zijn traditionelere rivalen. Alpine lanceerde ook een versie met een V6 Turbo-motor, die zich ook onder de motorkap van de iconische GTA Le Mans-editie bevond.
A610 | 1991
Het concept evolueerde opnieuw in 1991 met de lancering van onze A610. Hoewel hij qua vorm overeenkwam met de GTA, was hij in alle opzichten verbeterd. Alleen de ramen van zijn voorganger werden behouden. Het vermogen werd opgevoerd tot 250 pk en hij sprintte van 0 tot 100 km/u in minder dan 6 seconden. Daarmee was hij in die tijd de snelste Alpine ooit. De A610 had ook een typisch kenmerk voor supercars uit de jaren 1990: inklapbare koplampen.
Ontdek ook